Ik ben ...

Ik ben ... man, vrouw; jong, oud; blond, donker, kaal; dom, slim; arm, rijk; ziek, gehandicapt, slachtoffer; gezond, gezegend, volmaakt; angstig, depressief, woedend; blij, tevreden, vol liefde; ...

Hoe vaak zeggen en denken we dit soort dingen wel niet? En altijd ligt de nadruk op het laatste deel van de zin, op dat wat we zijn.

De uitnodiging is om de nadruk eens te leggen op het eerste gedeelte. Ik ben! Ik besta!

Door de nadruk zo te leggen, krijg je toegang tot de ik achter het verhaal. De ik die er in je leven altijd is geweest en altijd zal zijn. De ik vóór de verdere invulling. De ik die we allemaal delen, waarin we allemaal één zijn.

Kijk eens een tijdje wat het je brengt als je de aandacht verschuift. Wees vooral niet verbaasd als het laatste deel van de zin niet eens meer van belang blijkt. Ik ben punt. Dat is alles!

Privacy, cookies & reclame
e f